STORM OP KOMST.
Als we in ons chaletje zitten en er is enigszins wat storm op komst zie ik vrouwlief al wit worden rond haar neus. Dat betekend gewoon de schuilkelders in, ware het niet dat we die daar dus niet hebben.
Als er een weeralarm voor het hele land de ether ingaat dan zit vrouwlief al met een wit gezicht en zorgt dat alles buiten vastligt aan de ketting. De kat binnenhalen, voordat hij met een lang touw meegezogen wordt door de wind, ja je weet het maar nooit omdat er tornado’s waren gesignaleerd.
Ik persoonlijk ben niet bang voor stormen en onweer, kan genieten van een fikse regenbui. Het liefst loop ik erin. Doch als je midden in het bos een chalet hebt wordt het verhaal iets anders dan dat je veiliger in je eigen huis bivakkeert, omdat je net op de televisie hebt gehoord dat er mensen met hun caravan en al het water in waren geblazen.
Kijk dan mag je best bang zijn, wanneer je de schade ziet die de bomen over de weg hebben aangericht. En dan te bedenken dat hier om onze hele hut ook bomen staan!
Vrouwlief is waanzinnig in de weer om alles aan de ketting te leggen, nog net zichzelf niet. Ik kan dan wel zeggen: “Joh hier gebeurt niets” maar voordat ik uitgepraat ben vallen de eerste harde druppels en de knallen van het onweer klinken in de verte over Hoogeveen. Dus wel dichtbij.
“Ik vind dit doodeng” zucht mijn vrouw en gaat dichter tegen mij aanzitten. Aangezien we lekker kleffen door het warme weer ( 28 graden) vraag ik lief of ze even op haar eigen plek wil blijven, ik krijg het een beetje te warm.
Nou toen had ik het natuurlijk gedaan.
“Ik ben erg bang voor dit weer en jij schuift mij zomaar van je af?" moppert zij.
“Ja, sorry Claudy maar ik stik de moord van de warmte, alle ramen staan nog open, doe dan de openstaande deuren dicht, kan de kat er ook niet uit.”
Want die zat al in de startblokken om zonder riempje het koele grasveld weer op te zoeken, niet in de gaten hebbende dat de regen al lekker ging doorzetten. Dus de deuren dichtgedaan, ik vroeg nog of ik misschien de gordijnen dicht zou doen zodat ze niets van het onweer zou zien maar dat feest ging mooi niet door.
“Nee, laat maar open kan ik in ieder geval zien wat er gebeurt, als er iets gebeurt. Ik hoop het niet, maar ben als de dood.”
Haar bleke gezicht was op zich al geen gezicht door haar gebruinde huid alom maar ik nam haar in mijn armen en zei: Ik ben toch bij je.”
Erg gerust klonk dat niet, want als er een boom op het dak zou knallen zou Claudy er op moeten klimmen want ik heb hoogtevrees. Ze keek mij aan en als haar ogen konden schieten, ja dan was ik nu 'weet je nog die" Leny geweest. Na een fikse regenbui werd het al minder, de wind nam af en de hitte was weer daar, precies 2 graden afgekoeld binnen, buiten trouwens ook.
De storm die overal in Nederland huis had gehouden had ons hutje gespaard voor de 2de keer alweer, want drie jaar geleden was er ook zo een soort van storm en toen waaide het dak van het schuurtje van de buren achter ons en bij de andere buren vielen twee bomen spontaan net naast de auto.
Iedereen was die nacht wakker, alleen wij twee hadden de volgende ochtend veel koffiebezoek van alle slachtoffers van het kleine bos waar 12 chalets staan. Wij hadden niets gehoord en zeker waren we niet wakker geworden door al dat lawaai van de storm en het onweer en het kraken van de bomen. Wij waren de enige van iedereen die niets beschadigd hadden door de storm, alleen was er een lampje omgevallen, gelukkig heel.
Ach, ik zeg maar zo: Als je lief voor de natuur bent krijg je liefde terug. Dus net als Prinses Irene tokkel ik tegen de bomen en planten, zij geven mij schadevrije jaren terug.
Wij zijn gezegend, kan niet anders. I count my blessings every day als ik hier in ons chaletje zit.